Van 25-08-2007 t/m 07-10-2007


spatial soundings & silent musicalities
door Petra Heck


tekst als PDF

In Off Screen staat de discrepantie tussen beeld en geluid centraal. De kunstenaars onderzoeken via hun video's, geluidswerken en sculpturen de visuele en akoestische ruimte in relatie tot elkaar. Diverse ‘vertalingen’ van de kunstenaars tonen via verschillende technologische media onze ambigue, subjectieve relatie tot beeld, tekst en geluid. Uiteindelijk maken de werken op verschillende manieren het belang en de invloed van geluid voor (ons) beeld zicht- en tastbaar.

Deelnemende kunstenaars Off Screen: Mark Bain, Justin Bennett, Janet Cardiff & Georges Bures Miller, Jeroen Diepenmaat, Jacob Kirkegaard, Ann Lislegaard, Christian Marclay, Rä di Martino, Antonietta Peeters, Karen Russo, Michael Snow, Imogen Stidworthy

In de vroege mediadagen en vooral sinds 1980 zijn er kunstenaars die een compleet samenvallen van beeld en geluid nastreven. Maar ondanks de voortdurende populariteit van videoclips, films, en vj-performances waar beeld en geluid samenvallen is er op dit moment een beweging zichtbaar die tegen deze audiovisuele versmelting ingaat. Culturele producten die beeld en geluid scheiden, zoals audio-boeken, hebben veel succes. Andere voorbeelden zijn hoorspelen die hun comeback hebben gemaakt, het opnieuw inzetten van een medium als radio door kunstenaars en curatoren en een opleving van de stem in de podiumkunsten.

De synthese van beeld en geluid lijkt voor de moderne geest het meest natuurlijke wat er in de wereld is. Videokunst is ook een audiovisueel medium waarin beeld en geluid moeilijk van elkaar te scheiden zijn. Of misschien is het vaak moeilijk de aanwezigheid van de een zonder die van de ander voor te kunnen stellen. Maar zelfs bij videokunst staat desondanks het visuele vaak voorop en is het geluid er veelal later bij gezocht, of bij gemaakt.

Sinds 1980 zijn kunstenaars die met beeld en geluid werken de twee fenomenen wel veel gelijkwaardiger gaan behandelen. Een groeiend aantal kunstenaars valt moeilijker in te delen in klassieke genres als beeldend kunstenaar of geluidskunstenaar. Deze generatie is opgegroeid met computers en werkt op een dieper niveau met het samenvallen van beeld en geluid.

De toch wel extreme aandacht voor het visuele komt misschien doordat in de Westerse cultuur een sterke voorkeur voor visuele perceptie bestaat, gebaseerd op het schrijven als vastlegging van taal. In tegenstelling tot het horen, neigen visuele objecten naar het blijvende en meetbare en belichamen ze objectiviteit en waarheid. Geluid aan de andere kant is efemeer en sterk afhankelijk van subjectieve beoordeling. Zoals in een bibliotheek alle computerdata ongeacht of ze beeld, tekst of geluid bevatten alfabetisch worden gearchiveerd volgens hun talige benaming, zo zijn er geen geluidsdatabases die het archiveren volgens tonale criteria toestaan of zelfs maar een auditieve zoekactie mogelijk kunnen maken.

Beeld is alomtegenwoordig en wordt van groot belang geacht, maar het is ook de vraag of we ons wel van de enorme invloed van geluid bewust zijn. Een akoestische ruimte bezit geen vastomlijnde, maar zachte grenzen. Geluid verspreidt zich in alle richtingen, zoals gas. Geluid gaat door muren, deuren en om hoeken heen. In een negatieve betekenis tonen burengerucht en geluidsoverlast de sterke invloed van geluid op ons dagelijks leven.

Aristoteles schreef dat sinds de prehistorie geluiden een poging zijn om ruimte te bezetten, ons hoorbaar te willen maken ten koste van anderen. Voortbordurend hierop schrijft Peter Sloterdijk in zijn boek 'Sferen' dat mensen zich in bollen van geluiden en klanken hullen om zo onderscheid aan te brengen tussen de groep waarin men leeft en zijn directe omgeving. Sloterdijk noemt deze omgevingen sferen. Felix Guattari en Gilles Deleuze spreken zelfs over de fascistische dreiging van geluid. Geluid is intens en roept een collectieve ervaring op. Veel meer dan vlaggen en banieren leiden volgens hen drums en trompetten mensen en legers naar de afgrond.

Essentieel verschil is ook dat je het luisteren niet kunt tegengaan zoals je wel je blik kunt afwenden. En we zijn continue meer blootgesteld aan geluid in vergelijking tot tast, smaak, reuk of zicht. Dit is ook de reden waarom ons oor niet aan de buitenkant van ons lichaam zit. Maar het sonische domein is te onstabiel, te vluchtig, te subjectief om allesomvattend te kunnen zijn.

Hoe gaan we met die verschillende domeinen om, het sonische en het visuele? Kunnen we die nog wel uit elkaar houden en apart inzetten? We raken steeds beter getraind in het inzetten van meerdere zintuigen tegelijkertijd om te kunnen reageren op de vele en vaak simultane impulsen die op ons afkomen. En we zijn minder goed voorbereid om maar aan een van onze zintuigen blootgesteld te worden. Dit komt naar voren in een programma als Windows Media Player wat automatisch en zonder te vragen, bij elk audio-fragment van Internet, ook beelden geeft. Zijn we (nu nog) wel in staat om goed te luisteren, kunnen we het visuele en auditieve los van elkaar beschouwen en inzien welke invloed geluid op (ons) beeld heeft?

Hierboven zijn twee werelden uiteengezet, die van het zichtbare (visuele) en hoorbare (auditieve) alsof ze in grote mate van elkaar verschillen en bijna niet met elkaar in contact staan. Maar ze staan natuurlijk niet op zichzelf. Zicht bepaalt de ervaring van de wereld om ons heen, maar ook het blinde luisteren geeft ons informatie over de (zichtbare of onzichtbare) wereld. Geluid en beeld sluiten in de tentoonstelling vaak niet op elkaar aan, in tijd, in bron, in informatie, in betekenis. Hoe het visuele en auditieve domein zich tot elkaar verhouden wordt door een aantal kunstwerken in Off Screen inzichtelijk gemaakt.



Mark Bain
USA, 1966, woont en werkt in Amsterdam (NL)
Mark Bain verandert materiële structuren, zoals gebouwen, bruggen of aarde in immaterieel materiaal en zet ze om in beweging, geluid en trilling. Door seismografische trillingen van de grond of architectuur, akoestisch of middels vibratoren te versterken wordt ruimte hoorbaar en fysiek tastbaar gemaakt. In Off Screen zijn drie werken van Mark Bain opgenomen.

Transparent Structures (2007)
trillingstransducent, microfoon, microfoon voorversterker, versterker, electronica, snoer
Bij Transparent Structures verandert het karakter van de tentoonstellingsruimte in een enorme luidspreker. Door microfonen aan de buitenkant van het gebouw te plaatsen worden live omgevingsgeluiden van het gebouw naar binnen gebracht. Het oppervlak van het glas wordt gebruikt als resonantiemembraan om zo de geluiden te versterken en direct binnen hoorbaar te maken wat het glas 'ziet'. Het glas geeft nog steeds bescherming, maar veroorzaakt ook een onprettig gevoel van transparantie door het geluid door te laten. Het geluid van auto's, vogels en mensen ervaren we nu fysiek, psychisch en ook akoestisch.

A Simulation of a Reconstruction by Remote Means (2003)
geluids-chip, mobiele telefoon, subwoofer, electronica
A Simulation of a Reconstruction by Remote Means, een nepbom die in het trappenhuis staat, past de techniek van telefonische ontsteking toe, een techniek die vaak gebruikt wordt door terroristische groeperingen. Als je het nummer belt dat op de bom zichtbaar is en via (e-)mailings verspreid wordt, genereert het sculptuur een geluidssimulatie van een echte explosie. Je kunt zelf een stukje wereld opblazen, of dit in ieder geval simuleren. Ook een ver verwijderde kijker kan de bom activeren, waardoor een plaatselijke beschouwer emotioneel geraakt wordt. Het geluid is afkomstig van een bombardement op het VN hoofdkwartier in Bagdad aan het begin van de oorlog. Er was op dat moment een persconferentie aan de gang, zodat Bain het geluid kon oppikken van een van de camera's die gebruikt werd. Het is een van de weinige terroristische acties die opgenomen is en valt ook interessant te noemen aangezien het over het doelwit gaat waar de wereldheersende macht op dat moment zat. Het werk krijgt een absurd karakter door de eindeloze herhaling, alsof het VN-gebouw keer op keer geraakt wordt.

Buzzphones (2007)
koptelefoons, elektriciteitssnoer en stekker
Buzzphones is een koptelefoon die je kunt opzetten waarna je iets hoort wat je normaal nooit hoort of kunt horen, namelijk de 220 volt stroom die uit het stopcontact lijkt te stromen. Bain heeft de stroom die door het gebouw loopt hoorbaar en op zeer intense wijze fysiek voelbaar gemaakt.

Justin Bennett
UK, 1964, woont en werkt in Den Haag (NL)
Sundial, 24 uurs opnamen, 2003-2007, geluidswerk
Sundial is een serie werken die het dagelijkse ritme van een specifieke stad analyseert. Vierentwintig uur lang maakt Justin Bennett geluidsopnamen op een bepaalde plek. Deze opnamen monteert hij tot een kort werk (8 tot 12 minuten) dat het ritme van de dag volgt, van middernacht tot middernacht. Het geluidswerk wordt gepresenteerd met een binaural geluidsysteem op koptelefoon. Het publiek hoort een realistische 3-dimensionale representatie van de soundscape, maar gecomprimeerd tot een heel korte tijdspanne. Bennett heeft al versies geproduceerd in Barcelona (2003), Den Haag, Rome, Guangzhou, Parijs (2005), Wenen (2006) en Istanbul (2007). Elke stad, elke locatie klinkt totaal verschillend, maar ook het ritme verandert van plek tot plek.
Net als bij het werk van Janet Cardiff en George Bures Miller -waar ook gebruik is gemaakt van een binaural geluidsopname- wordt een driedimensionaal effect verkregen. Hierdoor wordt de ruimtelijkheid van geluid tastbaar gemaakt. De steden krijgen hiermee een zeer dichtbij en waarachtig karakter over zich, maar tegelijkertijd klopt het -eigen- beeld dat je van een stad hebt nooit met deze gecomprimeerde selectie van Bennett, die afhankelijk van de opnameplek en montage zijn vorm heeft gekregen. In hoeverre komt het beeld van een stad, van de naam van de stad die op het beeldscherm weergegeven wordt en de daarbij horende geluiden, overeen met het persoonlijke beeld van een stad die gevormd is door herinneringen, verhalen en mediabeelden. Ook architectuur heeft invloed op de vorm van geluid. In de stad zijn de vele geluiden samen, vlak en niet sterk gedifferentieerd, zogenaamd gestapeld. Bennett probeert daarom de geluiden juist voor ons te ontrafelen en in kaart te brengen. Via de klanken van de stad die je middels een koptelefoon te horen krijgt, creëert Bennett een alternatieve ruimte. En dit gebeurt niet enkel in dit werk, Bennett heeft een zeer visuele en ruimtelijke opvatting van geluid.

Janet Cardiff & George Bures Miller
CA, 1957 / CA, 1960 wonen en werken in Berlijn (D) en Grindrod (CA)
Hill Climbing, 2002
Video en binaural audio, 45 sec. loop
Courtesy Galerie Barbara Weiss, Berlin
Dit werk is een continue loop van klimmen en vallen, maar nooit de bergtop kunnen bereiken. Hill Climbing is vergezeld van 'binaural' geluid. Het suggestieve effect van de installatie wordt verhoogd door het gebruik van deze high-tech binaural opnamen. Binaural opnemen is een manier van opnemen waarbij microfoons in de oren van een persoon of pop worden geplaatst. Het stelt de luisteraar in staat om geluid driedimensionaal te ervaren. Het effect is hypnotiserend, neemt de toeschouwers uit hun dagelijkse wereld op een magische mysterie tour, dat hen kort toestaat om in iemand anders zijn hoofd te kruipen en dingen vanuit zijn gezichtspunt te bekijken. Dit geeft het vreemde gevoel dat je werkelijk daar bent, maar niet zelf kijkt, niet in staat bent te bepalen in welke richting gekeken wordt.
Hill Climbing plaatst je als kijker in de positie van de cameraman. Als bedriegers laten de kunstenaars je geloven dat er werkelijk iets is, of het er nu is of niet. De tweedeling ontvouwt zich tussen wat er beschouwd wordt door de hersens en wat tastbaar is voor de zintuigen. Dit en ander werk van Janet Cardiff en George Bures Miller speelt met de band tussen geluid en lichaam. Veel van hun werk concentreert zich op het destabiliseren van de autoriteit van beeld en vraagt aandacht voor het belang van geluid en luisteren.

Jeroen Diepenmaat
NL, 1978, woont en werkt in Deventer (NL)
Pour des dents d'un blanc éclatant et saines, 2005
platenspelers, vogels, metaal
Op acht platenspelers produceren opgezette vogels geluid waarbij hun snavels als naald functioneren. Het geluid dat wordt voortgebracht door de vogels is dat van henzelf, vogelgeluiden opgenomen op plaat. In deze installatie wordt het gemedieerde geluid -via een technisch medium vastgelegd- weer teruggegeven aan de natuur. Alleen is de natuur zijn natuurlijkheid kwijtgeraakt, de vogels hebben namelijk de dood al gevonden. Desondanks lijken ze te leven, produceren ze hun vroegere geluid en lijken ze levendig met elkaar te communiceren. De bron van het geluid wordt in deze installatie op vervreemdende wijze visueel kenbaar gemaakt. Jeroen Diepenmaat is beeldend (geluids)kunstenaar/muzikant met een uitgesproken voorkeur voor (bewerking van) vinyl.

Jacob Kirkegaard
DK, 1975, woont en werkt in Berlijn (D)
AION, 2006
Audiovisuele installatie, DVD
50' min.
Jacob Kirkegaard’s AION is een audiovisuele installatie die tijd, afwezigheid en verandering in de verboden zone van Chernobyl, Ukraïne beschouwd. Bijna twintig jaar na ‘s werelds ergste nucleaire energieramp vangt AION temidden van vervallen overblijfselen het geluid en beeld op van een gebied dat achtervolgd wordt door een schijnbaar onzichtbaar en onhoorbaar gevaar.
Voor AION heeft Kirkegaard tien minuten geluidsopnamen gemaakt in vier verlaten ruimtes: een zwembad, een kleine concertruimte, een gymnastieklokaal en een kerk. Wat hij in iedere ruimte opgenomen heeft, heeft hij daar weer afgespeeld en toen opnieuw opgenomen. Aangezien hij dit proces tot tien keer aan toe herhaalde, namen de geluidslagen in dichtheid toe en in elke ruimte ontvouwt zich langzaam een gegons met verscheidene boventonen. Kirkegaard's 'sonische tijdgelaagdheid' verwijst naar Alvin Lucier's werk 'I am sitting in a room' (1970) waarin Lucier zijn stem opnam en herhaaldelijk de opnamen afspeelde in de ruimte waarin het was opgenomen. In AION, verliet Kirkegaard zelf de al verlaten ruimtes en wachtte op wat er uit de stilte zou voortkomen.
Voor de visuele representatie heeft Kirkegaard twee basistechieken toegepast, eentje liep parallel aan de opnametechniek door eerst de kamers te filmen, die opnames weer af te spelen en meerdere keren opnieuw op te nemen. Deze techniek werd gebruikt voor twee van de vier ruimtes, de kerk en de concertruimte. Voor de andere twee ruimtes werd het opgenomen videomateriaal gebruikt om het beeld onder- en over- te belichten. Er wordt dan steeds een ander effect bereikt door een verandering van belichting door de tijd heen. Twintig jaar na de gebeurtenis onderzoekt Kirkegaard het fenomeen straling via het medium geluid. Door opnamen, spiegeling en de gelaagdheid van stilte in de vier stralingsruimtes probeert hij een tijdsfragment in de zone zichtbaar te maken. Jacob Kirkegaard heeft artistieke acties verricht in verborgen akoestische sferen. Door gebruik te maken van gereedschap dat trillingen meet en opvangt en ander wetenschappelijk materiaal onderzoekt hij die resonerende ruimtes die normaal gesproken niet door onze zintuigen op te vangen zijn.

Ann Lislegaard
N, 1962, woont en werkt in Kopenhagen (DK) en New York (USA)
I-You-Later-There, 2000
Architecturale geluidsinstallatie: halogeen licht, dimmers, audio op CD, CD-player, 2 speakers
Courtesy Galerie Paul Andriesse, Amsterdam
I-You-Later-There definieert een mentale en fysieke ruimte door gebruik te maken van geluid, licht en een object: een vloerconstructie leunend tegen de muur. De soundtrack bevat huiselijke omgevingsgeluiden (het schuiven van stoelen, water dat in een kopje geschonken wordt, voetstappen op een houten vloer) en een vrouwelijke verteller die haar bewegingen en gedachten in haar huiselijke omgeving karakteriseert. Beschrijvingen van dagelijkse activiteiten maken het mogelijk om een ruimte in kaart te brengen. De woorden en zinnen worden vermenigvuldigd, herhaald en gelaagd en elke situatie lijkt te zijn beschreven vanuit meerdere gezichtspunten.
De lampen gaan afwisselend langzaam aan en uit en lijken het ene moment op het geluid te reageren, het andere moment hun eigen ritme te volgen. De reflectie van het licht op het platform wordt het aandachtspunt die het imaginaire en werkelijke verbeeldt. De focus verplaatst zich van de auditieve perceptie naar de fysieke ervaring van de daadwerkelijke tentoonstellingsruimte.
Ann Lislegaard is geïnteresseerd in noties als tijd, ruimte en plaats en gebruikt geluid en licht in ruimtelijke/architecturale constructies om te reflecteren op hoe we waarnemen en ons oriënteren in zowel fysieke als psychologische omgevingen die we bewonen.


Christian Marclay
USA, 1955, woont en werkt in New York (USA)
Record Players, 1984
Video, 3'50'' min.
Collectie Nederlands Instituut voor Mediakunst
De New Yorkse componist en beeldend kunstenaar Christian Marclay is bekend als pioneer van avant-garde ‘turntablism’ en hergebruik van LP’s. Marclay heeft tevens raadselachtige sculpturen gemaakt en installaties die ruwe materialen bevatten als LP’s, platenhoezen en cassettes, miniatuur of gigantische muziekinstrumenten die op meubels waren geschroefd en enorme ruimtevullende telefoonontvangers. Zijn werk beschouwt geluidsopnamen, fotografie, video en film in relatie tot elkaar.
Record Players is een humoristisch voorbeeld van het vroege werk van Christian Marclay. Een groep assistenten ‘bespeelt’ vinyl platen met de hand. Ze krabben, wrijven, breken en vernietigen de platen uiteindelijk met hun voeten, overeenkomend met de ‘scratch’ geluiden die deejay’s op hun platentafels produceren. Marclay reageert hiermee op de objectificering van muziek terwijl hij op hetzelfde moment vrij ‘avantgarde muziek’ produceert. “Ik probeer het opnameproces meer transparant te maken,” zei Marclay in een interview met de Journal of Contemporary Art.

Mixed Reviews (American Sign Language), 1999/2001
Video, DVD, 30' min.
Courtesy Paula Cooper Gallery, New York
Amerikaans gebarentaal tolk Jonathan Kovacks vertolkt een lange samengestelde tekst van Christian Marclay afkomstig van recensies van muziekuitvoeringen. Mixed Reviews is een werk dat conceptueel luid is terwijl het letterlijk stil is. Het werk is tegelijkertijd een testament voor de onmogelijkheid van communicatie en een voorbeeld van vertaling die nieuwe vormen van kunst creëert. Voor de doven is muziek een andere ervaring dan voor de horenden. Kovacs gebruikt armbewegingen en gezichtsuitdrukkingen tijdens het vertalen van de gevonden, geschreven taal over muziek naar de Amerikaanse gebarentaal. Zijn uitvoering is onmiskenbaar muzikaal hoewel het geluidloos is; zijn gebaren lijken op die van een symfoniedirigent. Terwijl elke gesproken taal dit doet zal dit werk voor veel van de horenden de eerste echte ervaring zijn die dit tastbaar maakt. De video onderzoekt de vertaling van muziek (als uitvoering) naar de geschreven tekst, naar het stille gebaar.


Rä di Martino

I, 1975, woont en werkt in New York (USA)
La Camera, 2006
16mm B&W film op DVD, single channel projectie, 10' min.
Collectie Nederlands Instituut voor Mediakunst
Courtesy Galleria Monitor, Rome
Een klassiek aandoend filmbeeld in zwart-wit toont twee acteurs, een man en een vrouw, gekleed in jaren zestig-stijl. Ze bevinden zich in een decor dat uit niet meer dan de suggestie van een kamer bestaat: een kader met een lamp, opgetrokken ergens op een berg. De acteurs herhalen geluidsfragmenten van oude Italiaanse televisie-uitzendingen. Rä di Martino gebruikte hiervoor materiaal uit het Cinecitta-archief uit de periode 1930-1970 en interviewde daarnaast mensen over hun eerste of meest ingrijpende televisie-ervaring. Op vervreemdende wijze worden via de twee acteurs film en tv momenten gememoreerd die uit het archief komen en afkomstig zijn van de geïnterviewden.
La Camera lijkt te gaan over de gemedieerde realiteit, over de illusies, dromen en werkelijkheden die door film en televisie worden mogelijk gemaakt. De persoonlijke herinneringen en ervaringen van bekende films worden door Martino losgekoppeld van de persoon, wat tot resultaat heeft dat niet meer duidelijk is wie wat gezegd heeft en ook heden en verleden in elkaar verstrikt zijn geraakt. Rä di Martino is geïnteresseerd in de relatie tussen onze persoonlijke sfeer, herinneringen, het onderbewuste en de verhalen die we rond ons persoon creëren.

Antonietta Peeters
NL, 1967, woont en werkt in Amsterdam (NL)
Zonder titel, 1997 (groep van drie staande plus 2 losse microfoonsculpturen)
ca. 190 x 90 x 90 cm elk, stof, haakwerk, kralen op hout en ijzergaas wandstuk van stof
Collectie Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen

Het is de ontastbare ruimte die Peeters in haar ruimtelijke installaties van dikke, zwarte stof probeert te concretiseren. Arbeidsintensieve technieken als knippen, plakken en haken gebruikt Antonietta Peeters om een omkering te bewerkstelligen. De groep gigantische stoffen gehaakte microfoonsculpturen brengt namelijk geen geluid voort, maar absorbeert door de verwerkte stof en wol juist het aanwezige geluid in de ruimte. En hiermee materialiseren ze het geluid. Door de vaak door Peeters gebruikte donkergekleurde stof en wol wordt tevens het licht zo sterk geabsorbeerd dat er nog een andere omkering optreedt: het licht wordt gematerialiseerd.
Naast haakwerken maakt ze schilderijen en tekeningen. Haar werken zijn sinds 2000 opgedeeld in verschillende vlakken, waar Peeters meerdere voorstellingen van landschappen tot één beeld aaneenrijgt. Bepalend hierin is het contrast tussen het blauw van de lucht en de waterpartijen (rivieren, meren) en de veelal zwarte volumes van bergen en bomen die het water afbakenen. Door het landschap donker te maken, ontstaat een gat in de perceptie en een wisselwerking tussen het platte vlak en de suggestie van diepte en perspectief. Dit is ook zichtbaar in het stoffen wandstuk waarbij de ruimte op twee manieren kan worden gezien. Enerzijds heeft de ruimte een bevlekte structuur met uitgeknipt figuur. Anderzijds wordt de ruimte een schilderij met een abstract patroon dat zich niet begrensd tot het doek. Hierdoor ontstaat een gat in de perceptie.


Karen Russo
IS, 1974, woont en werkt in Londen (UK)
Battles Under the Sea of Ice, 2004
Video, 3' min.
Gebruikmakend van video en geluid, richt dit werk zich op het gesproken woord zoals dat gebonden is aan de aspecten betekenis en communicatie. Rotem (22) lijdt aan Afasie, een spraak- en taalstoornis veroorzaakt door beschadiging in het gebied van de hersenen waar taal en spraak geregeld wordt. Afasie kan resulteren in een beschadigde verbale communicatie en kan uitmonden in het gebrekkig kunnen luisteren, lezen, spreken en schrijven. Aangezien Rotem niet kan lezen is de relatie tot woorden vooral die via het gesproken woord.
In Battles under the Sea of Ice, reageert Rotem op een gesproken versie van een fragment uit Grigorii Grebnev’s 'Arktania-Flying Station' (een Russisch sciencefiction boek uit de jaren vijftig). De hoofdpersoon van dit verhaal, een jongen genaamd Yura, trekt erop uit om het lichaam van de zoek geraakte Noordpool ontdekkingsreiziger Amundsen te vinden. Alleen, in de stille duisternis, begint Yura in het ijs te graven, langzaam het contact met de wereld om hem heen verliezende. In de video luistert Rotem naar het verhaal en drukt zijn gedachten en reflecties uit als hij de betekenis van de woorden uit het verhaal dat hem verteld wordt probeert te plaatsen. Als resultaat wordt het gesproken woord geanalyseerd, waarbij geluid, beeld en taalkundige betekenissen uit elkaar worden getrokken. Terwijl Rotem verder komt in het verhaal ontwikkelt zich een nieuw soort taalgebruik waar handen beelden en woorden creëren en geluiden nieuwe mentale landschappen genereren. De video's van Karen Russo verbeelden de complexe relatie die bestaat tussen ons innerlijk, onze half onderdrukte energieën en de buitenwereld.


Michael Snow
CA, 1929, woont en werkt in Toronto (CA)
Prelude, 2000
35 mm film overgezet op DVD, video, kleur, geluid
3'30'' min.
Het beeld en het geluid -voordat het aangepast werd- zijn het resultaat van een enkele take binnen dezelfde draaiende statiefopname die zes inwoners uit Toronto tonen. Ze eten, praten, etc. - in een ongelofelijke haast om niet te laat te komen voor een festivalvertoning. Elke seconde telt in Prelude, waar iedere actie (met de lokingrediënten sex, geweld, muziek en eten) in drievoud voorkomt als geluid, als gesproken beschrijving en als visuele gebeurtenis. Terwijl de bestanddelen van iedere gebeurtenis ontwricht zijn en zelden samenkomen in dezelfde oplopende tijdzone, vindt perfecte synchronisatie alleen plaats in het absolute centrum van de kamer.
Alles in deze film is vroeg, op tijd, of laat. Prelude is een soort inleiding van zichzelf, omdat het voorbij is zodra je het doorhebt, maar op dat moment is het te laat en moet de film nogmaals bekeken worden (zoals het was ingeleid). Het gesynchroniseerde geluid van de gespeelde scène is opnieuw gerangschikt zodat het de visuele gebeurtenissen inleidt (en nawijst). Voor kunstenaar en muzikant Michael Snow zijn sinds vele jaren structurele geluid-beeld relaties een van zijn meest belangrijke interessegebieden.

Imogen Stidworthy
UK, 1963, woont en werkt in Liverpool (UK)
7 AM, 2005
5'45'' min., kleur, 5.1 Dolby surround geluid, geschoten op Hi-Definition video in het Tian Tan Park, Beijing
Digi-Betacam (stereo) en DVD (5.1)
Iedere ochtend komt er een massa mensen door de poorten van het Tian Tan Park, Beijing. 7 AM concentreert zich op hun ochtendgymnastiek en de sociale en akoestische ruimte die ze genereren. Figuren en kleine groepjes verspreid tussen de bomen vullen het park met roffelgeluiden van zwaaiende lichaamsdelen, voeten die geometrische figuren in het gras maken, of een rug tegen een boomstronk. Iedere oefening wordt volgehouden voor ten minste vijf minuten tot twee uur lang. Tijd en afstand worden uitgemeten en beschreven door honderden gelijktijdige ritmes, die een ruimtelijke, sonische en lichamelijke taal creëren. 7 AM benadert dit sociale landschap als een taal tussen beeld en geluid. Stidworthy beschouwd dit werk als zowel een 'geluidswerk, als een video -aangezien het draait rond de relatie tussen wat gezien en wat gehoord wordt.'
In het werk zien we de beoefenaars op een 40” flatscreen scherm, een klein raam waardoor we de visuele en culturele afstand kunnen voelen. Op hetzelfde moment wordt de opmerkelijke soundscape die de lichamen in het park produceren, met hun ritmische klappen, strijken en andere bewegingen, ervaren als een enorme, innemende, percursieve en ruimtelijke geluidsomgeving. In de installatie werkt het geluid, een 5.1 compositie, tegengesteld aan het beeld, om de toeschouwer deelgenoot te maken van de sociaal-akoestische ruimte. De Britse kunstenaar bevraagt in haar werk taal en de bewerking ervan middels beeld en geluid. In haar werk horen en zien we verschillende manieren waarop Stidworthy de meerdere dimensies van taal observeert: hun vormen, de paden door het lichaam, wat het introduceert bij relaties tussen mensen, hun relaties tot het verhalende.