Rodeo Rijden op Code

23-08-2005


JODI en de kunst van het deprogrammeren

door Josephine Bosma

De marketingsmachine rond nieuwe media heeft ons altijd willen doen geloven dat er geen grotere perfectie is dan die bereikt met behulp van computers, want computers zijn efficiënt. Ze dwalen niet af, tenzij dat van ze gevraagd wordt. Ze maken geen fouten, tenzij we een slecht programma invoeren of de verkeerde vraag stellen. Deze gedachtegang heeft ons gevoel van feilbaarheid alleen maar versterkt. We zijn afhankelijk geworden van mensen die met computers kunnen omgaan, die ze kunnen sturen en goede inhoud geven. Computers zijn het hedendaagse middelpunt van onze zoektocht naar perfectie.

Er is marketing, en er is werkelijkheid. In werkelijkheid is de computer een ding dat in allerlei bochten gewrongen kan worden: ondanks al zijn complexiteit is de computer een simpel verlengstuk van onszelf. We zijn echter zo gewend te kijken naar een computer door de ogen van de bedrijven die de software produceren die we gebruiken, dat we hun toepassingen, hun vormen, hun klanken, hun opbouw van teksten in de machine zijn gaan zien als haar doel, haar taal en haar essentie. Niets is echter minder waar. Alles wat zich op uw beeldscherm bevindt kan anders en een computer kan ingezet worden op manieren die nooit ofte nimmer door reclames of gebruiksaanwijzingen voorgesteld worden. Het Belgisch-Nederlandse kunstenaarsduo JODI is al jaren vermaard om hun spel met deze kennis. Ze stapelen in wezen spel op spel, experiment op experiment, en sparen de computer niet. Beter gezegd: ze sparen het imago van zuiverheid en perfectie dat computers aankleeft niet, maar kijken wat hij allemaal echt kan. Wat ze daardoor onder andere doen is niet alleen de computer en nieuwe media in het algemeen demystificeren, maar ook ons onze plaats in de nieuwe media teruggeven.

JODI staat voor Joan Heemskerk en Dirk Paesmans. Hun samenwerking als JODI begon in 1995. In dat jaar maakten zij hun eerste website en begonnen ze ook mails te verzenden naar forums zoals mailinglists onder de naam JODI. Hun werk veroverde stormenderhand de mediakunstwereld, maar kreeg ook daarbuiten erkenning door bijvoorbeeld op Catherine David's Documenta (dX) getoond te worden. Het werk van JODI is obsessief en enigszins destructief van karakter. Er lijkt een duidelijk verband aanwezig met bepaalde underground stromingen, met name met punk. De ongebreidelde jatlust en de agressief creatieve herinterpretatie van bestaande symbolen en teksten van de punk was ruwer en dynamischer dan die van het overgrote deel van de huidige, digitale 'cut and paste' generatie. Een heel belangrijke factor in zowel punk als het werk van JODI is echter ook humor.

JODI's werk speelt met verwachtingen, die van henzelf JODI's werk speelt met verwachtingen, die van henzelf en anderen. Verwachtingen over de computer, het gedrag van een browser, verwachtingen over genres en disciplines in kunst, maar ook verwachtingen aangaande gedrag van internetgebruikers en omgang met een computer of spel worden op de helling gezet. Dat gebeurt niet altijd heel erg doordacht of met opzet. Het gaat hier niet om een goochelaarstrucje. Het gaat er niet steeds om het publiek op het verkeerde been te zetten, maar het gaat om materiaalonderzoek en plezier.
De computer, het internet en software bieden een fantastisch scala aan mogelijkheden voor culturele interventies en herinterpretaties van vormen en talen. Hier en daar wordt zelfs wel eens gesuggereerd dat de computer het maken van een Gesamtkunstwerk standaard doet worden. Zeker is dat kunst gemaakt in computers altijd vanuit verschillende kunstdisciplines of specialismen te beoordelen is. Zo ook het werk van JODI. Er is in hun werk het element film en video, dat zich in bewegende, verspringende of gelinkte (verbonden) webpagina's laat zien, en nu ook in hun DVD's van bewerkte games. Er is het element poëzie, dat op of onder een webpagina of spel te zien is: als objet trouvée, als concrete poëzie, en zelfs werkende code of onderliggende codetekst kan als poëzie opgevat worden. Er is bij JODI een nieuwe invulling van het begrip 'kunst in de publieke ruimte' door hun werk met en op het internet, maar ook door de verspreiding van hun software kunst. Maar hun werk laat zich ook benaderen vanuit installatiekunst, vanuit performance art en, last but not least, vanuit het lastig definieerbare veld van de interactieve kunst. Voor JODI zijn dit geen aparte disciplines meer: ze lopen allemaal door elkaar, zijn steeds gelijktijdig aanwezig.

Een installatie bij FACT in Liverpool rond een computerspel dat door JODI werd veranderd, de 'Max Payne Cheats Only Gallery', maakte dat de toeschouwer heel subtiel gemanipuleerd werd de beperkingen van de digitale omgeving te ervaren in de tastbare wereld. Door de bekende vorm van interactiviteit binnen een spel aan het publiek te ontnemen en tegelijk handelingen te sturen was het publiek zelf ineens een karakter in een spel. De ruimte was het theater en het raster, de matrix. Voor het individuele publiek is de ervaring van een vervormde scène uit een computerspel te zien afspelen door klein gaatjes in een muur natuurlijk voorspelbaar: hier gaat het om voyeurisme, om het bekijken van dingen op afstand, het niet deelnemen, een bijna perverse staat van zijn binnen de nieuwe media. Dit is een kijkdoos, een 19de eeuwse kijk op de 'noughties', de eerste tien jaar van de 21ste eeuw, de zogenaamde perfectie van de digitale wereld vervormt tot een lullig kermisspektakel. De sterke man, de man zonder hoofd, Max Payne, toont zijn krachten als het publiek gluurt. De staaltjes die hij uithaalt zijn zonder uitzondering trucjes, cheats. Deze held speelt vals, hij is geen echte held. Zoals we in een droom kunnen vliegen als een monster te dichtbij komt, hebben we ook in deze virtuele wereld kunststukjes nodig om ons te redden, om onze dromen te verwezenlijken. De digitale wereld is een geschiedenis die ook nieuwe werkelijkheid is, wat Villem Flusser de essentie van film noemde, alleen zitten we nu met onze neus op onze eigen invloed daarop gedrukt. Hier gaat het niet meer alleen om een fysiek afstandelijk maar emotioneel betrokken kijken, een onbeweeglijk opgaan in een vloeiend beeld, maar om de ervaring van een ingrijpen in de loop van een verhaal dat steeds gefrustreerd word door onszelf of door omstandigheden. De dwingende maakbaarheid van de digitale omgeving benadrukt een haast pijnlijk realistisch bewustzijn van wat het betekent mens te zijn. We zijn weer terug bij af. Er is geen ontsnapping mogelijk dan via onze handelingen of door het tegenovergestelde: een hervonden passiviteit.

De expositie in het Nederlands Instituut voor Mediakunst is bijna een retrospectief te noemen. Het is echter meer een impressie. Als overzicht is het vrij compleet, maar om een retrospectief te zijn zou oud werk toegankelijker moeten zijn en dat is bij het vroege werk van JODI niet goed mogelijk. Het is zo goed als onmogelijk om de omstandigheden en vormen van JODI's vroege werk te herhalen domweg omdat de media waarin ze gemaakt zijn te veel zijn veranderd. Een belangrijk onderdeel van JODI's werk is bijvoorbeeld timing, net als in theater, film en muziek. De traagheid waarmee een oude webpagina in de computer werd geladen was een belangrijk onderdeel van het werk. Zoals nu bij het surfen naar een webpagina die vol staat met plaatjes, deuntjes en tekst niet alles tegelijk aankomt, zo speelde JODI al in 1996 met dit gegeven om filmische ervaringen in hun werk te creëren, maar de downloadtijd van de tekens en vormen die zij gebruikten is nu vele malen sneller of zelfs nihil. Het beoogde effect is weg. De steeds vernieuwende software ('updates') heeft oude werken ook van vorm en inhoud veranderd. Zo geven nog steeds een goed impressie van vroeg JODI werk, maar niet meer dan dat.

Het gevolg is dat in deze expositie relatief veel nadruk ligt op nieuwer werk, waarin het vooral over software modificatie en veranderde toepassingen van software gaat, terwijl met name de kunst die JODI voor het internet maakte was die hun een bijna mythische status heeft gegeven. JODI treurt hier niet om. Het medium is zoals het is, en de veranderlijkheid ervan is al lang geaccepteerd. Om deze reden heeft het internet werk van JODI (en ook andere kunstenaars) ook iets van performance: het ontglipt vaak documentatie en is tijd en plaatsgebonden.

Geen retrospectief dus, maar wel een heel representatieve tentoonstelling, waarin zo'n beetje alle kanten van het werk van JODI aan bod komen. Slechts een aspect blijft uit zicht, en dat zijn hun live optredens. Een spoor daarvan is zichtbaar in de video installatie 'My%Desktop'. Dit werk bestaat uit vier schermen met daarop de weergave van een experimenteersessie, of is het een spel, met een Apple Macintosh (Apple) computer. De ogenschijnlijk machinale chaos, het beeld van een computer die doordraait, lijkt niks menselijks in zich te hebben. JODI schetst als het ware met iconen, geluid, waarschuwingen, vragen en foutmeldingen van het Apple systeem. Het resultaat is een vervreemdende video-installatie waarin de kunstenaars bijna lijken te vechten met de computer, maar die in feite een af en toe zelfs bijna extatisch opgaan in commando's en mogelijkheden tot interactie met de desktop weergeeft. Het is een haast kinderlijk spel, iets wat versterkt wordt door de idiote kwaakgeluidjes van de Apple. De geluiden hebben een semi-muzikale functie: ze leveren de soundtrack voor een landschap van folders, pop ups, 'trashcans' en labels. In een performance worden ze tot muziek.

Het schetsen met bestaande beelden of vormen wordt ook ingezet in een bewerking van een autorace spel, waarin de mogelijkheid sporen achter te laten met slippende autobanden JODI weer een nieuw canvas heeft geboden, dit keer niet de desktop, maar het asfalt binnen het computerspel. Zo vindt JODI steeds nieuwe toepassingen voor uitgeleefde trajecten in computerspelen en software: van het gebruiken van het oorspronkelijke geluid om de abstractie van een nieuw JODI spelvormgeving te benadrukken, tot het gebruik van een e-mail programma als schetsblok en het resultaat op een nacht in 500 mails naar de Rhizome internet en mediakunst mailinglist te sturen.

JODI heeft geen hoger doel, geen ideologie. Ze zijn geen aanhangers van de techno-cult, maar ook geen nieuwe sekteleiders. Hun deprogrammeren is een neveneffect van hun onscrupuleuze herdefiniëring van de nieuwe media als materiaal, platform en object. De perfectie waarnaar JODI zelf streeft ligt in het plezier beleven aan het experiment zelf, het bereiken van een subtiele maar toch opmerkelijke afwijking van de norm en het creëren van nieuwe vormen daarmee. Een poppetje in een spel wordt een blokje, ongemakkelijk manoeuvrerend in onmogelijke landschappen. Een antwoordformulier verhaspelt uw ingaven en verduistert de helft van uw tekst. Een superheld is zijn hoofd verloren maar zet zijn strijd gewoon voort. Een web adres, een broncode en de snelheid van de verbinding met het internet hebben evenveel betekenis als de inhoud van een webpagina, net als een verouderde computer en een antieke programmeertaal even belangrijk zijn als de nieuwste computer en software. Er is geen onderscheid in de digitale omgeving dan dat wat wij, individueel en als collectief, maken. JODI maakt haar eigen selecties en heeft haar eigen vormentaal gecreëerd.

Zoals de oprichter van de Duitse hacker organisatie Chaos Computer Club Steffen Wernery ooit gezegd schijnt te hebben: de intelligentie zit voor het keyboard en niet achter het beeldscherm. Het werk van JODI maakt dat overduidelijk door de stompzinnigheid en simplificaties in veel computerbeeldtaal uit te vergroten, in te zetten als theatraal element of kneedbaar object. JODI doet dat zonder mededogen, maar ook met tederheid. Alles is illusie. JODI lijkt vergroeit met de computer, maar JODI beheerst hem niet. Er is geen sprake van of verlangen naar technische excellentie. Uiteindelijk gaat de computer, de software, een zelfstandig leven leiden, in interactie met de wereld, met andere mensen, met andere computers. Daarbij is de computer slechts een façade waarachter zich het werk bevind en waar het publiek doorheen prikt. Zo hoort het, zo is het. Het werk van JODI is van het publiek, zonder welke het niet ten volle kan bestaan.