Over zee, land en gezicht in Djakarta

Van 01-09-2003 t/m 01-10-2003


Nederlandse Videokunst van nu.

Jasper van den Brink, eddie d, Jan Dietvorst & Roy Villevoye, Driessen/Verstappen, Rineke Dijkstra, Jeroen Kooijmans, Jeroen Offerman en Fiona Tan.

Van 1 september tot en met 1 oktober 2003 preresnteert het Nederlands Instituut voor Mediakunst  in het Erasmushuis, Djakarta, Indonesië de tentoonstelling Over zee, land en gezicht . Als ode aan de Nederlandse schilderkunst uit de gouden eeuw zullen twee thema's te zien zijn: (video)portretten en -landschappen. Net zoals de oude meesters hun directe omgeving portretteerden, hebben de kunstenaars met een herkenbare, minimale ingreep de realiteit naar hun hand gezet. Zowel de portretten als de landschappen verraden hun afhankelijkheid van de eigen tijd en bieden daarmee een blik op het Holland van nu. De landschappen zijn niet meer idyllisch als de schilderijen uit de Gouden Eeuw, maar bevatten industriële of urbane elementen. De portretten zijn pluriform, geven inzicht in de multiculturele samenleving of laten nadrukkelijk zien hoe ze gebaseerd zijn op de stereotiepe verbeelding van de televisierealiteit. Daarnaast biedt de tentoonstelling een overzicht van verschillende werkwijzen van kunstenaars met het medium video. Van zelfgeschreven software om het fotografische beeld of de videoapparatuur te laten bewegen tot statische portretten. Van hyperrealistisch, documentair gebruik van video tot gesampled televisiemateriaal.

In Annemiek (1997) van Rineke Dijkstra kijkt een meisje met vertederende, verlegen glimlach in de camera. Maar af en toe lijkt ze totaal meegevoerd door het popliedje dat ze driftig meezingt. In haar blikken kun je lezen dat ze schippert tussen weten dat ze gefilmd wordt en de overgave in de eigen wereld. Tevens tekent zich een groot contrast af tussen de tekst van het liedje, een standaard voorbeeld uit de populaire cultuur, en de breekbaarheid van het Hollandse pubermeisje.

eddie d verzamelde voor zijn portrettengalerie Blink (1999) opnames van het studiopubliek bij Nederlandse talkshows. Iets vertraagd trekken ze aan je voorbij, de dames van middelbare leeftijd, niet wetend dat ze gefilmd zijn. Het enige teken van leven is het knipperen van de ogen. De verveelde gezichtsuitdrukkingen zijn tegelijkertijd komisch en angstaanjagend. Vanuit het perspectief van de portretkunst stelt het scherpe vragen over het vastleggen van identiteit in de televisiecultuur.

Fiona Tan stelt in Leidschestraat (1999) op een zeer doeltreffende wijze haar eigen identiteit centraal. Roerloos stilstaand in het midden van een van de drukste straten van Amsterdam, terwijl honderden andere mensen passeren, zet ze zich letterlijk af tegen de ander. Door de versnelling portretteert Tan zich nog geïsoleerder van de buitenwereld.

Us/them (2001, 105'00') van Jan Dietvorst en Roy Villevoye is niet alleen een prachtig portret van de Asmat cultuur in Papua, het voormalige Nederlands Nieuw Guinea. Het gaat tevens diep in op de relatie van de bezoekers, de twee Westerse kunstenaars, met deze geïsoleerde, 'andere' cultuur. Dit contact is er één van uitwisseling, van wederzijdse betrokkenheid, Met warmte en sympathie verschaft het inzicht in ons en de ander.

Voor Franckendael 2001 (2002) namen Driessens/Verstappen een jaar lang, iedere week, op hetzelfde tijdstip, met hetzelfde camerastandpunt een digitale foto van verschillende plekken in het park Frankendaal. De digitale fotosequenties worden door hun zelfgeschreven software vertoond als een lange vloeiende beweging. De digitale 'film' geeft prachtig inzicht in het verloop van de seizoenen in Nederland. Tegelijkertijd is het voelbaar dat de vastgelegde natuur beperkt is. Door de takken van de bomen heen schemert de stad die het park omringt.

Jeroen Offerman beschouwt zijn werk als een 'levend schilderij'. In The Great Escape (1999) zien we een landschap van strand en zee met prachtig uitgekamde wolken aan een afgelegen kust. Het beeld bevat weinig 'beweging' omdat de camera op een vast punt staat opgesteld en de video praktisch uit één shot bestaat. Dan nadert tergend langzaam een hovercraft, die als een ruimteschip het strand op glijdt om een passagier op te halen. Offermans intentie is om een romantisch landschap te combineren met een science fiction film.

Jeroen Kooijmans Wolkenfabriek (1996) is ook een 'bewegend schilderij'. Met een eenvoudige montagetechniek weet hij de betekenis van het beeld volkomen om te draaien. De ingreep is zo goed verborgen dat je met alle plezier wil geloven dat het zo dus ook kan. Zoals Kooijmans het zelf omschrijft: 'een fantastische utopische machine om de Hollandse luchten wat vaker schoon te zuigen, zodat we vaker van de zon kunnen genieten.'

Als afsluiting van de tentoonstelling worden de centrale thema's portretten en landschappen gecombineerd in het werk van Jasper van den Brink. Van weids landschap zoemen we in op het gezicht van de kunstenaar. Het is tevens het enige werk dat buiten haar eigen kader treedt. Door de vertoningapparatuur mee te laten bewegen in de zoom van de video, vallen de twee thema's Landschap en Portret naadloos in elkaar.